Het Minderbroeders- of Grauwmonnikenklooster

Misschien zegt de naam Jan Brugman niets, maar bij de uitspraak “Praten als Brugman” gaat er vast een belletje rinkelen. En het is precies deze Brugman die de Minderbroeders, ondanks heftig verzet van het stadsbestuur, binnen de stadswallen weet te praten.

In 1462 wordt het klooster van Minderbroeders Franciscanen in Amsterdam gesticht. In het begin krijgen ze door zielzorg en prediking een grote invloed onder de bevolking. Maar in de 16e eeuw, met de opkomst van het protestantisme zijn het vooral de minderbroeders die zich heftig tegen deze ‘ketterij’ verzetten. Naarmate het protestantisme meer veld wint onder de burgers slaat de achting voor deze broeders om in minachting en zelf tot afkeer en haat. Ze worden verdacht te heulen met de Spaansgezinde bestuurders en houden met hen een zogenaamde ‘bloedmaaltijd’ nadat er weer enkele ketters op de brandstapel zijn gebracht.

De haat komt tot een hoogtepunt op 26 september 1566 wanneer het klooster tijdens de beeldenstorm wordt geplunderd en de broeders worden verjaagd. De protestanten nemen de kerk voor zichzelf in bezit maar dat is van korte duur. Al in 1567 wordt de situatie hersteld en keren de minderbroeders terug in hun klooster. Met de alteratie van Amsterdam, op 26 mei 1578, wanneer de stad de kant van Willem van Oranje kiest, worden de overgebleven broeders uit hun klooster gehaald en uit de stad verbannen. In 1588 besluit het stadsbestuur het klooster geheel af te breken en straten over het terrein te leggen.

In de 16e eeuw bevindt het klooster zich aan de westkant van de Nieuwmarkt tussen Barndesteeg en de Molensteeg. De destijds nieuw gerooide straten zijn Bloedstraat, Monnikenstraat. Monnikendwarsstraat en Gordijnensteeg. In totaal besloeg het kloostercomplex een gebied van ca. 12000 m2, veruit het grootste klooster van de 21 kloosters die de stad rijk was.

Lees alles over dit beroemde maar ook beruchte klooster in het boek over de 21 Amsterdamse kloosters