Amsterdam in de late middeleeuwen

In de tijd dat de eerste kloosters verschijnen, we praten over het eind van de 14e eeuw, is Amsterdam nog geen belangrijke stad in Holland. Steden als Dordrecht, Leiden en Haarlem zijn dan groter en belangrijker. De omvang van Amsterdam is ook bescheiden. De stad ligt ingesloten tussen de huidige Oudezijds Achterburgwal, de Grimburgwal, het Spui en Nieuwezijds Achterburgwal, nu Spuistraat. Ongeveer 550 bij 900 meter, dus nog geen halve km2.  Maar zelfs binnen deze grenzen is het in de 14e eeuw nog niet volgebouwd. Het eerste deel van de Nes heet dan nog Gansoord en loopt tot aan de huidige Enge en Wijde Lombardsteeg. Daar voorbij is het een nogal drassig gebied dat Grimmenesse wordt genoemd. Vooral in dit gebied verschijnen rond 1400 de eerste kloosters.

Pas na 1425 wordt de stad uitgebreid met het graven van de Gelderse Kade, Kloveniersburgwal en het Singel. Tientallen jaren later verschijnen ook de stadspoorten Anthonispoort (de Waag), Regulierspoort (De Munt) de Jan Roodenpoort (Torensluis) en de 2e Haarlemmerpoort aan bij het Singel. De stad is hiermee uitgebreid tot 0,8 km2 met een omtrek van 3,5 km. Ze kan zich nu meten met de andere Hollandse steden, sommige worden zelfs voorbijgestreefd.

De huizen zijn klein, meestal van hout met riet gedekt. Alleen belangrijke gebouwen zoals het stadhuis en de twee kerken zijn van steen. In april 1421 brandt de stad voor een derde deel tot de grond toe af waaronder de Nieuwe Kerk, die dan nog maar net gereed is, het stadhuis en de Heilige Stede in de Kalverstraat. Er komt een verordening om de buitenmuren van de huizen in steen te bouwen. Omdat dit veel duurder is wordt hier lang niet altijd naar gehandeld. Maar in 1452 is er opnieuw een stadsbrand en deze is veel groter, tweederde deel brandt af, alleen het noordelijke deel langs het IJ blijft behouden, de rest gaat geheel in vlammen op. Nu houden zich meer mensen aan de verordening en zien we steeds meer huizen in steen verrijzen met harde dakbedekking.

In de loop van de 15e eeuw en nog sterker in de 16e eeuw groeit Amsterdam qua handel steeds verder uit. Keizer Maximiliaan en enkele jaren later zijn kleinzoon Karel V, noemen Amsterdam hun belangrijkste koopstad.  In 1514 telt de stad 11.000 inwoners, in 1546 13.000, in 1562 ruim 27.000 en in 1585 rond de 30.000. In vergelijk met andere steden staat Amsterdam in 1300 op de 7e plaats van belangrijke steden en in 1400 is dat nog steeds zo. Maar in 1560 is Amsterdam opgeklommen naar de eerste plaats om deze vervolgens nooit meer af te geven.