Het Karthuizerklooster buiten Amsterdam

De naam Karthuizer is een verbastering van het Franse woord Chartreuse, de naam van een Frans berggebied ten Noorden van Grenoble. Hier bevindt zich het moederhuis en het eerste klooster van de orde der Karthuizers met de naam “La Grande Chartreuse” De Karthuizerorde volgt de regel van Benedictus maar dan in een strengere vorm.

Hoewel de orde al in 1084 is gesticht verschijnen de Karthuizers pas in de late middeleeuwen in de noordelijke Nederlanden. Het oudste kartuizerklooster vinden we in Geertruidenberg (1336) en Monnikhuizen bij Arnhem (1342). Later ontstaan er nog karthuizerkloosters in Roermond, Amsterdam en Utrecht.

Vanuit het klooster in Geertruidenberg komen de Karthuizers in 1391 naar Amsterdam en vestigen zich ruim een kilometer westelijk buiten de stadswallen. Het gebied heet de Godshuispolder en hun eerste huis bouwen ze op een verhoogd stuk land. Ze komen niet zomaar naar Amsterdam. Er bestaat al een lange vriendschappelijke band met enkele Amsterdamse families en ook de prior van Geertruidenberg is een Amsterdammer. Ze worden door rijke Amsterdammers al snel in het zadel geholpen en ook de landsheer Hertog Albrecht van Beieren draag hier een steentje bij. Al binnen een betrekkelijk korte tijd wordt het niet allen maar blijft het tot het eind ook het grootste en rijkste klooster van Amsterdam.

De naam van het klooster is Sint-Andries ter Zaliger haven. Hierbij is duidelijk dat de apostel Andreas hun schutspatroon is. Deze Andreas is als martelaar gestorven aan een X-vormig kruis te vergelijken met de drie Andreaskruizen in het wapen van Amsterdam. Of dit toeval is of dat hier een verband is tussen het klooster en Amsterdam is niet duidelijk. De toevoeging ’ter Zaliger haven’ wil zeggen dat het klooster een oord is voor eeuwige zaligheid.

Die zalige haven is een tegenhanger van die andere Amsterdamse haven die rijke winsten aanbrengt, terwijl de ‘haven’ van de Karthuizers ‘voor elke gift’ de zaligheid belooft. Dat deze zaligheid een rijke vrucht oplevert zien we inmiddels bij de snel stijgende rijkdom van de Amsterdamse Karthuizers. De naam van het klooster is Sint Andries ter Zaliger haven. Hierbij is duidelijk dat de apostel Andreas hun schutspatroon is. Deze Andreas is als martelaar gestorven aan een X-vormig kruis te vergelijken met de drie Andreaskruizen in het wapen van Amsterdam. Of dit toeval is of dat hier een verband is tussen het klooster en Amsterdam is niet duidelijk. De toevoeging ’ter Zaliger haven’ wil zeggen dat het klooster een oord is voor eeuwige zaligheid. Die zalige haven is een tegenhanger van die andere Amsterdamse haven die rijke winsten aanbrengt, terwijl de ‘haven’ van de Karthuizers ‘voor elke gift’ de zaligheid belooft. Dat deze zaligheid een rijke vrucht oplevert zien we inmiddels bij de snel stijgende rijkdom van de Amsterdamse Karthuizers.

Het loopt niet goed af met dit klooster. Omdat het buiten de stad ligt is het onbeschermd. In de aanloop naar de tachtigjarige oorlog heeft het in september 1566 al enorm te leiden van de beeldenstorm. In 1572 wordt met de komst van de Geuzen de dreiging nog groter en verhuizen ze naar een pand binnen de stad. Ze zijn nog maar net weg als een rondtrekkende geuzen het klooster bestormen, plunderen en in brand steken. De volgende dag komen veel Amsterdammer, ondanks een verbood, het karwei nog even afmaken en wordt het klooster vrijwel compleet vernield en leeggeroofd. De Karthuizers hebben nog kort overwogen het complex te herbouwen maar gezien de ontwikkelingen in de tachtigjarige oorlog is het er niet meer van gekomen.

Waar heeft het klooster precies gestaan? Het was een groot complex met een voorhof en pandhof. De voorhof is te situeren op het huidige Karthuizerplantsoen. De panbdhof, bestaat uit een grote binnen tuin met daaromheen een kruisgang. Aan de buitenzijde van de kruisgang zijn cellen gekoppeld, 21 in totaal. Hierin wonen en werken de monniken elk afzonderlijk. De noordkant ligt langst de huidige Lindengracht, de kloostermuur aan de zuidzijde stond over de Karthuizerstraat. De westzijde ging over de Tichelstraat.

Lees straks het hele verhaal van de Karthuizers in het boek “Gebed Zonder End”